Met andere woorden: met zijn vieren afspreken in de tuin rond een vuurkorf mág, maar alleen als je de tuin langs buiten kan bereiken. Je moet afstand houden en mag niet naar binnen, ook niet als je naar toilet moet of nog iets te eten of te drinken wil halen. De enige voor wie een uitzondering geldt, is het knuffelcontact. Dat mag je ook gewoon binnen ontvangen en met die persoon hoef je de sociale afstand niet te respecteren.
De mensen met wie je in de tuin afspreekt, mogen altijd anderen zijn. [/i]
Juridisch klopt hier iets niet, beste (r)overheid, want als er vier personen in iemands tuin zijn, die niet van buiten uit bereikbaar is, kan de gestapolitie die de vaststellingen komt doen, niet aantonen dat die vier personen door het huis in de tuin gekomen zijn tijdens het van kracht zijn van de huidige maatregelen. Ze kunnen daar namelijk ook al van in de zomer in die tuin zitten. De gestapolitie zou dus al net op het moment van aankomst moeten aanwezig zijn om een inbreuk vast te kunnen stellen.
Het probleem van het toilet dan. Dat valt creatief op te lossen, met een WC-stoel in de tuin, die dan periodisch door het knuffelcontact naar binnen gedragen wordt en geledigd wordt in het primaire hoofdtoilet der woning. Weinig extra moeite, want ik neem aan dat ook knuffelcontacten bij tijd en wijlen wel eens zelf moeten
schijten kakken.
Wat ik echter wél mis in die van de pot gerukte regeling, is de bepaling HOE dat knuffelcontact de WC-infrastructuur moet bedienen. Onderzoek van het welgekende Von Ranscht Institut had toch in het voorjaar al aangetoond dat het moment van algehele sluiting van de bril, bepalend kan zijn voor de inperking van de verspreiding van de aërosole kont-ponenten die er bij een ontlastende actie vrijkomen.
Tenzij er natuurlijk nog een amendement gaat volgen, waarbij Vonderhosenscheisser een verplichting gaat uitschrijven om zoveel mogelijk het schijtgas op te vangen in ontsmette bokalen, om daarna samen met het gebruikte reetreinigingspapier opgestookt te worden in de kolenstoof in sexmachine zijn schuur.
Het heeft me wat nadenkwerk gekost, maar zoals je ziet lukt het mij redelijk eenvoudig om te kunnen zeveren op een manier die vergelijkbaar is met de teksten van de experten en de politici die ons met vaste hand doorheen de crisis loodsen. Ik zit dus, vanaf nu, thuis klaar op een stoel in de tuin. Ik wacht op
de gasten voor mijn kerstfeestje een partijvoorzitter die mijn bijdrage hier op RB leest, en die zo verstandig is om mij te komen opzoeken met het voorstel om minister te worden zonder op een lijst te staan. Op die manier ligt mijn wedde ook elke maand op tafel, of ik nu werk of niet, en dan kan ik eindelijk ook eens gaan zeiken op al die stoute mensen die protesteren tegen de coronaregels die de samenleving zouden kapot maken.